Gevoelstemperatuur
Een term die steeds meer ingeburgerd is geraakt is 'gevoelstemperatuur'. Hiermee wil men een indicatie geven van hoe de temperatuur aanvoelt. Dit is iets anders dan een normale temperatuur. Een normale temperatuur is meetbaar met een thermometer en is een vast gegeven. De gevoelstemperatuur steekt iets lastiger in elkaar. Dat komt vooral door de factor 'gevoel'. Omdat dit iets is wat niet met honderd procent nauwkeurigheid vast te stellen is, is het een flinke uitdaging om dit op een wetenschappelijke manier te benaderen. Geheel onmogelijk is het niet.
Windchill
Iedereen zal weleens ervaren hebben dat het op een koude winterdag met een harde oostenwind beduidend koeler aanvoelt dan wanneer er amper sprake is van wind. De wind is van invloed op hoe wij een bepaalde temperatuur ervaren. Klimatologen hebben daar zelfs een term voor bedacht: de windchill. Er zijn rekenmethoden ontwikkeld om op een bepaalde gevoelstemperatuur. De JAG/TI methode, die onder andere door het KNMI gehanteerd wordt, berekent de gevoelstemperatuur op basis van de werkelijke temperatuur en de windsnelheid. In dit geval is er sprake van windchill in plaats van een werkelijke gevoelstemperatuur, omdat die zoals eerder gezegd onmeetbaar is. Experts vinden deze berekeningsmethode er eentje die zeer dicht bij de werkelijkheid komt.
De JAG/TI methode is gebaseerd op de hoeveelheid warmteverlies. Wind accelereert het warmteverlies via de huid. Hierdoor kan men bepalen in welke mate er beschermende en eventueel isolerende kleding nodig is. Bij lage temperaturen kan de windchill zorgen voor gevaarlijke omstandigheden. Denk aan onderkoeling of bevriezing van lichaamsdelen. Op basis van de gevoelstemperatuur kan een meteorologische dienst zoals het KNMI een waarschuwing afgeven.
Luchtvochtigheid
De luchtvochtigheid is naast wind een andere bepalende factor voor de gevoelstemperatuur. Een hoge luchtvochtigheid kan ervoor zorgen dat het bij lagere temperaturen kouder aanvoelt. Denk aan de term waterkoud. In Nederland hebben we in de winter geregeld te maken met somber weer met een hoge relatieve luchtvochtigheid. Het is voor het gevoel dan een stuk koeler dan het daadwerkelijk is. Als dit ook nog gepaard gaat met een straffe wind, dan kan het zomaar tien tot vijftien graden aanvoelen dan het daadwerkelijk is.
Het effect van de luchtvochtigheid is beter merkbaar bij hoge temperaturen. Hoe meer vocht er in de lucht zit, des te lastiger het voor het menselijk lichaam wordt om lichaamswarmte af te voeren en het lichaam daardoor te koelen. Je gaat daardoor eerder zweten. Inspanning wordt erdoor bemoeilijkt en het weer wordt als benauwd ervaren. Vooral bij temperaturen die rond of boven de tropische grens van 30 graden Celsius liggen is dit goed merkbaar.
De Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) heeft een warmte-index gemaakt waaruit je de gevoelstemperatuur kunt zien bij de diverse combinaties van temperatuur en luchtvochtigheid. Zo zie je dat een temperatuur van 30 graden Celsius in combinatie met een relatieve luchtvochtigheid van 80% een gevoelstemperatuur oplevert van 38 graden Celsius. Dit zijn zeer gebruikelijke waarden voor tropische bestemmingen zoals Singapore, Suriname of Curaçao.
Als je kijkt naar Dubai dan zie je hoe erg de invloed van de luchtvochtigheid kan zijn op de gevoelstemperatuur. In april is een maximumtemperatuur van 33 graden normaal in Dubai en ligt de relatieve luchtvochtigheid gemiddeld onder de veertig procent. Dit levert een gevoelstemperatuur op die gelijk is aan de daadwerkelijke temperatuur: 33 graden Celsius. In oktober is het overdag gemiddeld 35 graden in Dubai. Dat is maar twee graden verschil met april. Een gemiddelde luchtvochtigheid van 75% in de eerste week van oktober zorgt voor een gevoelstemperatuur van 53 graden Celsius. Dat is voor het gevoel een temperatuurverschil van maar liefst twintig graden. Volgens de NOAA valt een gevoelstemperatuur van 53 graden in de categorie 'extreem gevaarlijk'. Vandaar dat het begin van oktober absoluut niet tot de beste reistijd voor Dubai behoort en de hele maand april wel.
Zon
Een factor die zeker invloed heeft op hoe wij mensen warmte of kou ervaren is de zon. De hoeveelheid zonneschijn wordt in berekeningen van gevoelstemperatuur niet meegenomen. Wij mensen merken wel duidelijk het verschil. Neem als voorbeeld een dag in het laagseizoen op een typische zonbestemming. Als je dan bij 25 graden en zonnig weer overdag beschut aan het zwembad ligt, dan ervaar je dat als warm. Zo warm zelfs, dat na verloop van tijd afkoeling door schaduw of het zwembad als aangenaam ervaren wordt. Als je aan het einde van de middag in de schaduw komt te liggen, dan is het voor het gevoel ineens kouder, terwijl de temperatuur onveranderd is gebleven.
Een ander voorbeeld is een vroege zonnige lentedag, waarbij de temperatuur rond de tien graden ligt. Als je dan midden op de dag op een zonnige plek uit de wind gaat zitten, ervaar je dat als een stuk warmer dan in de wind of uit de zon. Een zomers jurkje of een korte broek met T-shirt zou voldoende zijn. Binnen de verschillende rekenmethoden zij dit soort omstandigheden lastig in te schatten, waardoor het lastig is om een gevoelstemperatuur te berekenen die overeenkomt met wat we zelf ervaren.
Persoonlijke conditie en omstandigheden
Er zijn nog een aantal parameters die niet gemeten worden, maar die wel een resultaat hebben op hoe wij als mens de temperatuur beleven. Denk aan lichamelijke conditie, de hoeveelheid inspanning die je levert en wat voor kleding je aanhebt. Wie flink overgewicht heeft en dik aangekleed een middelmatige inspanning levert, die kan het bij lage temperaturen al flink warm krijgen. Wie moe is, niet dik aangekleed is en te maken heeft met hogere temperaturen, die zal het juist eerder koud hebben. Dit soort persoonlijke invloeden kunnen op geen enkele wijze in gepubliceerde gevoelstemperaturen meewegen. Dat is een inschatting die je alleen zelf kunt maken.