Het klimaat van Tunesië

Tunesië staat onder invloed van de Middellandse Zee, de Sahara en het Atlasgebergte. Hierdoor kent het land ook een drietal klimaatzones. Het noorden van Tunesië heeft een warm zeeklimaat ofwel een middellandsezeeklimaat. Milde doch natte winters worden afgewisseld met droge warme zomers, waarin de zon uitbundig schijnt. In het zuiden van Tunesië zit je in de bovenste regionen van de Sahara, met het bijbehorende warme woestijnklimaat. De zone tussen de Sahara en de koelere en nattere kustgebieden in het noorden heeft een steppeklimaat. Hier vind je onder andere de vele ingedroogde zoutmeren waarvan (op satellietfoto’s goed te zien) Chott El-Jerid – met maar liefst 250 bij 60 kilometer – het grootste is.

De uitlopers van het Kleine Atlasgebergte zorgen ervoor dat depressies vanuit de Middellandse Zee vrijwel niet verder het land in kunnen komen, tenzij de depressies vanuit oostelijke richting komen. Dit heeft ertoe bijgedragen dat de zoutmeren in de loop van de jaren zover uit hebben kunnen drogen dat er indrukwekkende zoutpannen overgebleven zijn. Je ziet de vegetatie ook snel veranderen als je verder zuidwaarts trekt in Tunesië.

Zomer in Tunesië

De zomermaanden zijn zonder enige uitzondering warm in Tunesië. Langs de noordkust kunnen de temperaturen door de Middellandse Zee nog iets getemperd worden en zijn maximumtemperaturen van 30 tot 35 graden heel normaal in de zomer. Regen komt bijna niet meer voor in deze warmste periode, zelfs in het relatief wat nattere noordwesten van het land is het dan vrijwel alle dagen droog. In de kustplaatsen langs de Golfe de Gabès en de Golfe d'Hammamet kan het kwik in de heetste maanden (juli, augustus) makkelijk oplopen tot maar liefst 40 graden of nog iets daarboven. De hoogste temperaturen worden gemeten in het gebied ten zuiden van de stad Gafsa. Tussen Gafsa en het uiterste zuidelijke puntje van Tunesië zijn temperaturen overdag van veertig tot boven de vijftig graden Celsius heel gewoon in de periode eind juni tot begin september. De meeste westerse toeristen vinden dergelijke temperaturen zeer onaangenaam.

Ook in de populaire badplaatsen zoals Monastir, Djerba, Sousse en Hammamet moet je in de zomer voorbereid zijn op een vakantie waarin de temperaturen flink op kunnen lopen. Het zwembadwater en de zee zijn dan de beste plekken om te vertoeven.

Winter

In de winter is het een stuk koeler in Tunesië. Langs de kusten is het mild en vrij warm, met middagtemperaturen die gemiddeld tussen de vijftien en twintig graden liggen. Met name in het noorden is het dan wel minder zonnig en vooral een stuk meer regenachtig dan in de zomer. In de stad Tunis valt jaarlijks ruim vierhonderd millimeter regen, waarvan een zeer groot deel in de periode oktober tot en met maart. Het uiterste noordwesten, waar het land aan Algerije grenst, valt zelfs het dubbele. Dit deel van Tunesië behoort daarmee tot de natste gebieden van het noordelijke deel van Afrika.

In de hoger gelegen gebieden van het Kleine Atlasgebergte kan het in de winter vriezen en is zelfs een vlok sneeuw heel goed mogelijk. Wie van plan is om Tunesië als wintersportvakantie te boeken, moet dat echter snel vergeten. De hoeveelheden sneeuw zijn zelden voldoende om het gebied serieus te ontwikkelen als skigebied. De gebieden langs de kust lenen zich daarentegen wel uitstekend voor een goede winterse escape. Deze periode is ook het ideale moment om je voordeel te doen door een van de vele lastminutevakanties naar Tunesië te boeken.

Uv-straling

De kracht van de zon is in Tunesië vrij sterk. Voor de meeste Nederlanders zal onbeschermd de zon in gaan in de zomermaanden als snel leiden tot verbranding van de huid als er niet gesmeerd wordt met zonnebrandmiddelen met een hoge beschermingsfactor. Ook in het voor- en najaar is de zon al best fel en is er een redelijk risico op verbranding.

Zon

De zon brandt volop in Tunesië. Wie een zonvakantie naar een van de kustplaatsen wil boeken is in de zomer bijna gegarandeerd van zonnig weer. Langs de oostelijke kustplaatsen schijnt de zon gemiddeld op jaarbasis zo'n 3100 tot 3200 uur. Het noorden van het land scoort iets onder de drieduizend zonuren en het uiterste zuiden is de topper, met bijna vijfendertighonderd zonuren gemiddeld op jaarbasis.

Extremen

Tunesië kent vrijwel geen overstromingen (wel mogelijk in het noorden), geen extreme kou en geen orkanen. Een fenomeen waar men in Tunesië wél last van kan hebben is de chili, een lokale benaming voor de sirocco. Deze wind, die uit zuidelijk richting komt, zorgt voor onaangename omstandigheden, waardoor het dagelijks leven vrijwel stil komt te liggen. Dit verschijnsel doet zich vooral voor in het voorjaar en in mindere mate in het najaar. De chili kan langer dan één dag aanhouden. Tijdens deze wind wordt er veel woestijnzand en stof meegevoerd, waardoor de lucht flink roodbruin kan kleuren.

Als de chili de Middellandse Zee bereikt, heeft dat meestal een hele snelle stijging van de temperatuur en een flinke daling van de relatieve luchtvochtigheid tot gevolg. Temperaturen kunnen zomaar oplopen tot ver boven de veertig graden. De relatieve luchtvochtigheid, die normaal langs de kust van Tunesië tussen de zeventig en tachtig procent ligt, kan tijdens de chili dalen naar slechts tien tot twintig procent.

Klimaatcijfers

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op langjarige gemiddelde klimaatstatistieken. De temperaturen worden weergegeven in graden Celsius (°C).

Meer klimaatinformatie

Klimaatcijfers zijn handig, maar bieden geen totaalbeeld van het klimaat en de mogelijke weersomstandigheden binnen een bepaalde periode. Hoe groot de kans op winters weer, (extreme) hitte of orkanen is vind je vaak niet terug in cijfers. Daarom bieden wij per maand handige extra klimaatinfo.