Het klimaat van Moldavië

De Republiek Moldavië (Moldova) ligt in het zuidoosten van Europa, tussen Roemenië en Oekraïne. Het zuiden van Moldavië is redelijk vlak, het noorden heeft een heuvelachtig landschap met de Dealul Bălănești als hoogste punt (430 meter boven de zeespiegel). Moldavië heeft een gematigd landklimaat (type Dfb volgens het Köppenklimaatsysteem) en in sommige delen een warm landklimaat (type Dfa). De zomers zijn er warm tot soms gemeen heet en de winters relatief koel. Moldavië is relatief droog, met gemiddeld ongeveer vierhonderd tot ruim vijfhonderd millimeter neerslag per maand, waarvan in de winter een redelijk groot deel in de vorm van sneeuw valt. De overgang van voorjaar naar de zomer is het natste; met gemiddeld 70 tot 90 millimeter regen is de maand juni de natste maand van het jaar. De herfst is over het algemeen de droogste periode van het jaar.

Warme zomers

De zomermaanden zijn warm en zonnig. Een gemiddelde zomerdag in Moldavië telt 9 tot 10 uur zonneschijn. Dagenlang zomers weer zonder een wolkje aan de lucht is in de maanden juli en augustus geen uitzondering. De temperatuur ligt overdag gemiddeld tussen de 25 en 30 graden Celsius. Door een stabiel hogedrukgebied boven het zuiden van Rusland of Oekraïne kan er zeer warme lucht richting Moldavië trekken, waardoor de thermometers een stuk hoger uit kunnen komen. Een hittegolf met hoge temperaturen en soms wekenlange droogte kan daarom vrijwel iedere zomer een keertje voorkomen.

Herfst

De maand september biedt vaak nog aangenaam weer, met een nazomers karakter. De echte overgang naar de herfst vindt meestal rond het begin van oktober plaats. De middagtemperaturen dalen dan van rond de 25 graden begin september naar ongeveer tien tot veertien graden eind oktober. Gedurende de herfst neemt ook de kans op neerslag af. Gemiddeld valt er in de maanden september, oktober en november slechts op zes tot negen dagen per maand regen.

Koele winters

In de bergen begint de winter medio november, in het zuiden van Moldavië pas in december. De temperaturen dalen dan in vrijwel het hele land bijna iedere dag onder het vriespunt. Het zuiden en oosten, waar onder andere hoofdstad Chişinău ligt, kent in januari en februari de koudste maanden. Gemiddeld ligt de maximumtemperatuur dan rond het vriespunt. Dit is op basis van de langjarige gemiddelden. Binnen één winter is het heel goed mogelijk dat de temperatuur wekenlang onder het vriespunt blijft hangen. Over het algemeen valt er in die periode vrij weinig neerslag, waardoor de hoeveelheid sneeuw beperkt blijft. De sneeuw die valt, kan echter wel vrij lang blijven liggen, zeker in het heuvelachtige noorden, waar de temperatuur in de periode december-maart vrijwel niet meer boven het vriespunt uitkomt. Een sterke en soms erg koude oostenwind kan het zeer guur maken.

Lente

Na een vrij lange winterperiode is het pas in april de beurt aan de lente. Binnen ongeveer anderhalve maand stijgt de gemiddelde maximumtemperatuur van 7 graden half maart naar ongeveer twintig graden eind april. Lokaal kunnen hier lichte afwijkingen op voorkomen. De warme lucht die in mei en juni het land bereikt, zorgt regelmatig ook voor regenbuien, waardoor de neerslaghoeveelheden gedurende het verstrijken van de lente steeds hoger worden. In de loop van juni doet de zomer haar intrede, waarna de neerslaghoeveelheden langzaam weer afnemen naar het einde van de zomer toe.

Klimaatcijfers

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op langjarige gemiddelde klimaatstatistieken. De temperaturen worden weergegeven in graden Celsius (°C).

Meer klimaatinformatie

Klimaatcijfers zijn handig, maar bieden geen totaalbeeld van het klimaat en de mogelijke weersomstandigheden binnen een bepaalde periode. Hoe groot de kans op winters weer, (extreme) hitte of orkanen is vind je vaak niet terug in cijfers. Daarom bieden wij per maand handige extra klimaatinfo.