Het klimaat van Argentinië

Argentinië is wat betreft grootte het tweede land van Zuid-Amerika. Van noord naar zuid bestrijkt het een gebied van meer dan vierduizend kilometer en van west naar oost wordt er door het Andesgebergte een hoogteverschil van maar liefst 7 kilometer overbrugd. Met een hoogte van 6959 meter is Cerro Aconcagua de hoogste berg van Zuid-Amerika. Salinas Chicas in het oosten van Argentinië is met 38,75 meter onder zeeniveau het laagste punt van Zuid-Amerika. Deze enorme verschillen in ligging ten opzichte van de evenaar, de hoogteverschillen en de variaties in het landschap zorgen ervoor dat Argentinië meerdere klimaatzones telt. Het grootste deel van Argentinië kent relatief droge woestijn- en steppeklimaten. Dit geldt vooral voor de pampa’s in het centrale deel van Argentinië. Het westelijke deel van het land bestaat uit berggebied dat tot het zuidelijke deel van de Andes behoort, de enorme bergketen die over een lengte van maar liefst zo’n 7000 kilometer parallel aan de kust van de Grote Oceaan loopt.

De Andeszones en Patagonië in het zuiden van Argentinië kennen vooral gematigde mediterrane en zeeklimaten, met op de hoogste toppen een hooggebergteklimaat. De hoogstgelegen gebieden hebben te maken met eeuwige sneeuw en het zuiden kent ook een enorme permanente ijskap: de Campo de Hielo Sur oftewel de Zuid-Patagonische IJsvlakte.

Het oostelijke deel van Argentinië kent een combinatie van een aantal klimaten. Het grootste deel kent een warm zeeklimaat (type Cfa volgens de Köppen-Geiger-classificatie), het gebied tussen Buenos Aires en Bahia Blanca kent een gematigd zeeklimaat (type Cfb). Het noordelijke deel van Argentinië heeft een subtropisch karakter, met een duidelijk droge periode in de lokale wintermaanden en natte zomermaanden (december t/m maart).

Omgekeerde jaargetijden

Omdat Argentinië op het zuidelijk halfrond ligt, zijn de jaargetijden precies tegenovergesteld aan de onze. Als het bij ons winter is, is het in Argentinië hartje zomer en als het bij ons lekker zomers is, ondergaat Argentinië de koele wintermaanden. Het verschil tussen de seizoenen is wat betreft temperatuur groter naarmate je meer zuidwaarts gaat. Het noordelijke deel van het land kent relatief kleine verschillen tussen zomer en winter. Zo is het verschil in gemiddelde maximumtemperatuur in de stad Salta in het noordwesten slechts negen graden. De maand juni is hier met 19 graden als gemiddelde maximumtemperatuur het koelste, terwijl de maanden november, december en januari met 28 graden slechts negen graden warmer zijn. Wel heb je hier een duidelijke droge periode (april tot en met oktober) en een duidelijk nattere zomer. In de rest van het land zijn de verschillen tussen de jaargetijden wat groter. Vooral in het aantal zonuren per dag zie je soms flinke verschillen tussen zomer en winter.

Wind

Argentinië heeft geen last van orkanen. De orkanen die in het Atlantisch gebied ontstaan, trekken vooral naar het gebied rond de Kreeftskeerkring. Wel kent het land een aantal andere windfenomenen. De viento zonda (zondawind) is een föhnwind die vanuit het zuiden waait. De naar het noordoosten trekkende depressies zorgen voor een droge wind die veel stof met zich meevoert. Dit fenomeen zorgt in de wintermaanden voor ruige sneeuwval, vaak in de vorm van stuifsneeuw, die urenlang aan kan houden. Een zondawind komt vrijwel altijd in de middaguren opzetten (tussen 12 en 18 uur) en duurt gemiddeld één tot twaalf uur. Met de term zonda wordt soms ook een warme en vochtige wind bedoeld die vanuit het noorden over de pampa’s trekt. Deze warme wind wordt ook vaak sondo genoemd.

Neerslag

De regenval verschilt enorm in Argentinië. Het zuidwesten en westen van het land zijn uitgesproken droog, met neerslaghoeveelheden die gemiddeld tussen de 200 en 400 millimeter per jaar liggen. In het zuiden en in de bergen van de Andes valt een redelijk deel hiervan in de vorm van sneeuw. Vuurland, in het uiterste zuiden, heeft met gemiddeld vierhonderd tot achthonderd millimeter neerslag per jaar een duidelijk natter karakter, net als het uiterste westen van Patagonië. Naarmate je vanuit centraal Argentinië naar het noordoosten gaat, zie je de neerslaghoeveelheden snel oplopen. Het subtropische noordoosten, langs de grensgebieden met Brazilië en Paraguay, is met bijna tweeduizend millimeter neerslag (alles in de vorm van regen) veel natter dan de rest van het land. Deze neerslag zorgt, in combinatie met hogere temperaturen, voor een beduidend andere vegetatie en landschap.

Niet alleen de hoeveelheden neerslag zijn zeer verschillend in Argentinië, ook de verdeling van de regenval per maand kan per regio flink verschillen. Zo kent de hoofdstad Buenos Aires een vrij gelijkmatige hoeveelheid regen per maand. De wintermaanden registeren gemiddeld ongeveer 60-65 mm per maand, terwijl het najaar (maart, april) bijna het dubbele te verwerken krijgt. Het noordwesten is een stuk grimmiger wat betreft neerslagbeeld. De wintermaanden zijn vrijwel helemaal droog, het aantal dagen met regen is dan op één hand te tellen. In de zomer vallen er echter wel grote hoeveelheden regen, met in de natste maanden januari en februari lokaal gemiddeld 150 tot 200 millimeter per maand. De droge gebieden in centraal Argentinië hebben een vrijwel gelijk aantal millimeters regen per maand. Dit varieert, afhankelijk van de regio, van 5 tot 30 millimeter per maand.

Klimaatcijfers

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op langjarige gemiddelde klimaatstatistieken. De temperaturen worden weergegeven in graden Celsius (°C).

Meer klimaatinformatie

Klimaatcijfers zijn handig, maar bieden geen totaalbeeld van het klimaat en de mogelijke weersomstandigheden binnen een bepaalde periode. Hoe groot de kans op winters weer, (extreme) hitte of orkanen is vind je vaak niet terug in cijfers. Daarom bieden wij per maand handige extra klimaatinfo.